Wat doet een boer?
Het hele jaar door wordt er gewerkt om te zorgen voor een smaakvol en eerlijk stuk fruit. Natuurlijk hebben ook de beesten het hele jaar door aandacht nodig
Winter
De wintermaanden worden gebruikt om te snoeien en later in de winter om nieuwe bomen te poten.
Lente
Lammetjestijd! Sommige schapen hebben hulp nodig als zij lammetjes krijgen. Goed opletten dus, vooral omdat de meeste schapen ’s nachts lammeren. Als het weer het toelaat en de lammetjes zijn sterk genoeg, kunnen ze lekker naar buiten. Net zoals de koeien.
Alles begint te groeien, het gras wordt gemaaid en in balen geperst zodat er voer is voor het vee in de winter. Bijen zorgen voor een goede bestuiving. Als de fruitbomen in april in bloei staan is het ’s nachts soms spannend omdat nachtvorst de bloesem kan vernietigen. De temperatuur wordt in deze tijd van het jaar dan ook goed in de gaten gehouden! Om te voorkomen dat de bloesem bevriest worden de bomen bij vorst beregend met water. Een laagje ijs over de bloesem zorgt voor isolatie en dat de temperatuur van de bloesem zelf boven het vriespunt blijft.
Een deel van het land wordt geploegd en ingezaaid met maïs. De bloemenranden om de maïs zijn een lust voor het oog. Ze zorgen er ook voor een veilige en aantrekkelijke plek voor nuttige beestjes, die ziekten en plagen bestrijden. Ook voor echte weidevogels zoals de kievit vormen deze bloemenranden een goede schuilplek voor de jonge pullen. Op Nieuw Slagmaat worden ook speciale projecten uitgevoerd om de (soms) aanwezige patrijzen te helpen.
Zomer
’s Zomers wordt er juist beregend als het eventueel te droog is. Meestal hangen de bomen te vol met vruchten en moeten we ze ‘ dunnen’ zodat er fruit ontstaat dat de juiste maat krijgt en een lekker kleurtje. Voor de kleur worden de bomen in de zomer gesnoeid, zodat overbodige takken het zonlicht naar de vrucht niet belemmeren.
Kersen, bramen, bessen en daarna pruimen worden geplukt. Ook de courgettes en pompoenen groeien als kool, iedere dag worden ze in de gaten gehouden en geoogst. Ook het graan wordt geoogst. De tarwe wordt verkocht, het stro wordt in de winter voor de paardenstallen gebruikt.
De appeloogst begint ook al, want onze specialiteit is een zomerappel: de heerlijke Delcorf. Niet het hele jaar verkrijgbaar maar onovertreffelijk in smaak en knapperigheid. Mis hem niet!
Herfst
Het oogstseizoen voor de andere appels! De plukkers werken in groepen, met een tractor en daarachter ‘pluktreintjes’ waar een voorraadkist op staat. Het fruit gaat direct de koelcel in of er wordt gelijk appelsap van gemaakt. Om fruit langer te bewaren wordt het naar een koelbedrijf in ’t Goy gebracht. Daar worden ULO-cellen gebruikt (Ultra Low Oxigine). De koelcel wordt afgesloten en zuurstofarm gemaakt, waardoor de rijping van de appel zo goed als stil wordt gezet.
Ook de maïs wordt geoogst. Deze grond blijft even ‘braak’ liggen. In het voorjaar wordt er de vaste mest uit de stallen over uitgereden, waarna het land wordt klaargemaakt voor het nieuwe seizoen.
Als laatste worden de kiwi’s geoogst, dit is meestal pas in november, zodat de kiwi’s echt alle zonuren kunnen gebruiken om af te rijpen.
De meeste beesten kunnen goed tegen kou maar hebben een hekel aan nattigheid. Als het langere periodes nat is, gaan zij naar binnen. Ook om te voorkomen dat ze de grasmat kapot trappen, die moet immers volgend jaar weer mee. In de stal is het dan weer lekker knus en gezellig.